Schelpje
Buiten is het al bijna donker als ik naar huis loop. Ik peins en pieker, dat doe ik vaker als ik moe ben. De zware boodschappentas doet mijn hand pijn. Ik zucht en sta even stil. Het is maar een korte wandeling van mijn huis naar de supermarkt en ik weet het weer eens te presteren om boodschappen voor minstens drie weken in een klein plastic tasje te proppen. Ik mopper op mezelf en slinger de zware tas van mijn linkerhand naar mijn rechterhand. Terwijl ik doorloop, glijdt mijn hand in mijn jaszak en botst op een kapot schelpje.
Afgelopen december, vlak voor Sinterklaas. Met besties A.&T. en hun tweejarige lieveling ben ik op Vlieland. We zitten gehurkt op het strand, kijken toe hoe zij schaterlachend haar schaduw ontdekt en schelpjes opraapt. Mijn vertederde hart kan zoveel schattigheid maar nauwelijks verwerken. Met zelfverzekerde stappen komt ze op me af en duwt overtuigd een schelpenscherfje in mijn hand. Mag ik hebben. “Dit moet je bewaren”, zegt mijn hart. Dus dat heb ik maar gedaan.
De laatste maanden probeer ik mezelf te leren over Liefde. Niet alleen liefde voor anderen, want dat heb ik in overvloed. Maar vooral zelfliefde want dat is iets wat ik soms best moeilijk vind. Ik ben er al zoveel beter in geworden, ben milder dan ik ooit was. Maar het blijft een proces van vallen, pleisters plakken en weer opstaan. Het is niet erg, ik geef niet op.
Afgelopen weekend wandelde ik met mijn andere bestie H. We hebben een mooi gesprek over zelfveroordeling en over dat zelfliefde een proces is waar je een heel leven mee bezig kunt zijn. Dat greep me even bij de keel want ik hou nogal van gas geven op dingen die ik moeilijk vind. Let’s get it over with. En als gas geven niet lukt, stel ik liever uit tot in de eeuwigheid.
Maar om zelfliefde uit te stellen tot in de eeuwigheid lijkt me wat onhandig. En ook ‘Let’s get it over with’ is in dit geval niet echt een optie. Dus lees ik boeken, artikelen, luister podcasts, ik peins, pieker en ik praat. Ik leer en geef niet op. Ooit komt er vast een dag dat het vanzelf zal gaan.
“Femke gaat naar huis!” roept mijn vriendin tegen haar jongste aan het einde van de gezellige middag van wandelen, kaneelbroodjes en warme chocomel.
“Ahh!” reageert hij met teleurstelling in zijn stem. We lachen en mijn vriendin zegt: “Nou, die kun je in je zak steken.”
Naast het schelpje, denk ik meteen.
Dus dat heb ik maar gedaan.